Meerdere disciplines
,,Het begint bij mij altijd met een gedachte, een concept. Die concepten probeer ik heel toegewijd uit te werken en dan zie ik wel waar me dit naartoe leidt. Dat kan uitmonden in muziek, een film of een geschreven verhaal. Daarmee beland je meteen in meerdere disciplines.” Zijn nieuwste project ‘Jochie toch’ is daarvan een voorbeeld. Naast muziek bevat het album ook een reeks pentekeningen, een handgebonden boekje met liedteksten en andere verrassingen.
Album als totaalconcept
,,Voor mij is een album maken een totaalconcept. Ik probeer een heel idee vorm te geven en daarbij vooral mezelf ook uit te dagen dit op een nieuwe manier te doen. ‘Jochie toch’ is in alle opzichten een tegenpool van mijn vorige cd Cardboard Boy. Cardboard Boy is Engelstalig, elektronisch, koud, hermetisch en experimenteel. Als je er een mentaal plaatje op los laat, is het los van de humor en warmte die er ook heus in zit, al met al best een zwaar en serieus album.” Willem was er blij mee en trots op, maar hij wilde niet voortborduren op het vertrouwde. Hij stelde zich nieuwe doelen: ,,Iets herhalen is voor mij niet zo relevant. Ik maak het mezelf niet gemakkelijk. Een album maken moet je leren, voor mij is het een studieproject op zichzelf. Mijn volgende album moest in het Nederlands en een warme en open uitstraling hebben. Ik wilde alles zelf inspelen. Lichtvoetigheid was een voorwaarde; ik had nog nooit iets gemaakt dat licht is van toon. Door me dit zo voor te nemen, stelde ik mijzelf ook in staat om het te doen gebeuren. Er is wel altijd een inspiratiemoment, een gedachte, een deuntje dat me invalt, en dat is weer terug te leiden tot een eigenschap van mijzelf.”
Annie M.G. Schmidt-achtig
Kritisch is hij op zijn eigen werk. ,,Ik maak veel meer dan dat ik naar buiten breng. Sommige nummers uit ‘Jochie toch’ lagen al jaren op de plank.” ‘Alle leuke meisjes zijn op’ schreef hij toen hij zeventien was. ,,Soms past een nummer precies als je het plaatst tegenover nieuwe nummers. De sfeer die het uitstraalt is een beetje naïef, Annie M.G. Schmidt-achtig, en doet veel meer denken aan akoestisch geluid.”
Samenwerking met zijn vader
Naast de cd met muziek is er een set pentekeningen toegevoegd, gemaakt door Willems vader. Willem: ,,Mijn vader heeft vroeger een jaar lang tekenen gehad op de kunstacademie. Als creatief therapeut heeft hij tot voor kort in de jeugdzorg gewerkt. Ik wilde graag dat creatieve weer wat aanwakkeren bij hem. Bovendien vond ik het mooi om samen aan dit project te werken.” Op basis van hetgeen Willem vertelde over de verschillende nummers op ‘Jochie toch’, maakte zijn vader de tekeningen. ,,Letterlijk tekenen wat er gezongen wordt, dat heeft geen zin vind ik. Mijn vader heeft er zijn eigen interpretatie aan gegeven en er daarmee wat aan toegevoegd. Hij was heel coulant en open, zelfs toen ik bij twee tekeningen aangaf dat het voor mij te veel afweek van mijn basisgevoel bij het liedje. Vond ik heel lastig om tegen hem te zeggen, natuurlijk zeg je liever alleen ‘Ja’ en ‘Hoera’. Maar we vonden elkaar hierin. Het bracht ons dichter bij elkaar. Allebei zijn we waanzinnig tevreden met het resultaat.”
Herman van Veen als leermeester
Bleek zijn getalenteerde vader een inspirerende partner om mee te werken, zijn muzikale ‘vader’ en leermeester Herman van Veen is voor Willem een groot inspirator op alle fronten. Letterlijk als jochie nog kwam Willem met hem in contact. ,,Ik was vijftien en ik zat in een bandje. We mochten de tune inspelen van een voetbalprogramma dat Herman toen presenteerde. Later trad ik op in de kindermusical Alfred Jodocus Kwak en nog weer later vroeg hij me mee op tournee. Werd ik tot eerste percussionist in twintig jaar gebombardeerd. Dat heb ik geweten ook! Ik moest mijn plek er wel in trommelen, tussen al die muzikanten met acht jaar conservatorium en twintig jaar tourervaring. Die paar jaar toeren met Herman van Veen beschouw ik als mijn masteropleiding. Zó ontzettend veel van geleerd. Live is Herman buitenaards goed. Hij is veeleisend en als lid van het ensemble vraagt dat veel je. Het is spannend en onvoorspelbaar, alsof je het voor het eerst speelt. Je kunt niet anders dan in het moment zijn en juist dat is zo goed eraan.”
Unieke ervaring
‘Elke avond opnieuw beginnen’, een belangrijk motto van Herman van Veen. Vanuit deze grondhouding jezelf steeds weer uitdagen, het jezelf niet gemakkelijk maken en steeds het publiek een avond geven zoals ze die nog nooit eerder hebben meegemaakt. ,,Niet gemakzuchtig je performancepet opzetten, je programma afdraaien en je pasjes doen, maar een unieke ervaring neerzetten.”
,,Wat onvermijdelijk gebeurt als je zo werkt, is dat je persoonlijke leven en je leven op het podium zich gaan vermengen. Het komt heel dichtbij en het wordt heel persoonlijk. Dat leidt tot mooie dingen.”
Liedje voor Eva
In de loop der tijd heeft Willem Wits deze manier van leven tot de zijne gemaakt. Liedjes ontstaan soms vanuit een heel persoonlijke realiteit. In het voorjaar van 2015 kwamen twee jonge Amersfoortse vrouwen Eva en Belle om het leven in Park Randenbroek. Een blikseminslag werd hen fataal. Willem verwerkte het verdriet om zijn vriendin Eva in een licht, vrolijk, mooi liedje met voor de oplettende luisteraar een melancholieke ondertoon. ,,Haar familie had mij gevraagd om voor de begrafenis wat te maken, maar dat was te vers, dat kon ik niet.” Uiteindelijk ontstond dit liedje. ,,Heel blij ben ik dat haar nabestaanden er wat aan hadden. Dat muziek kan helpen in dit soort situaties, dat je je energie zo kwijt kan.”
Onbedoeld effect van het muzikale eerbetoon aan Eva was dat de nationale media het oppikten en er aandacht aan besteedden. Niet iedereen deed dit even respectvol: ,,Schandalig hoe sommige lieden ermee omgingen. Ze vonden het blijkbaar een pakkend emo-verhaal. Ze pikten wat foto’s van haar facebookaccount en plaatsten het liedje op internet, compleet met advertenties erbij. Op een dieper niveau denk ik: ‘Hoe sta je in het leven als je zoiets doet? Ben je dan alleen maar uit op sensatie?’ Het heeft me niet onberoerd gelaten.”