,,Een buitengewoon spannend project”, noemt artistiek leider Marc van Warmerdam de nieuwste voorstelling van Orkater. In ‘Op de bodem’ trekt het muziektheatergezelschap dit voorjaar met veertien onbekende, jonge talenten langs de grootste schouwburgen van het land. Vrijdag 2 mei is de voorstelling te zien in De Flint in Amersfoort.
door Joke Beeckmans
‘Op de bodem’ wordt een grote ontdekkingstocht, voor zowel ons gezelschap, de makers, het theater als het publiek”, zegt Marc van Warmerdam. “Er speelt geen enkele gevestigde naam mee, maar we beginnen wel meteen op een van de belangrijkste podia van het land.” Toch staat de artistiek directeur van Orkater honderd procent achter het avontuur. “Het is van groot belang dat we jonge mensen opleiden om de schouwburgen te bespelen”, meent hij. “Anders is daar straks geen man meer over.”
Eerst in de kleine zaal oefenen, heeft volgens Van Warmerdam weinig zin. “De grote zaal heeft zijn eigen regels. Het gaat er niet om klein en intiem, maar om groots en meeslepend. Je moet in de grote zaal oefenen voor de grote zaal.”
Van Warmerdam is verheugd dat zelfs in een tijd van bezuinigingen de beste theaters van Nederland willen meewerken. “Het is voor hen niet evident. Van buitenaf neemt de druk toe om steeds meer omzet te maken. Vooral de provincieschouwburgen kiezen daarom het liefst voor de veilige voorstellingen voor het grote publiek. Die staan immers garant voor de beste kaartverkoop. Hun programmeurs vragen ons bij het boeken al standaard welke grote namen we daarvoor meenemen.”
Orkater vond nu een particulier fonds bereid om een deel van het financiële risico op te vangen. Al gelooft Van Warmerdam dat ‘Op de bodem’ ook voor een groot publiek interessant kan zijn. “Het is heel bijzonder om als eerste nieuw talent te ontdekken. De leus ‘U kent niemand’ kan ook een unique selling point zijn.”
Voor de kleine podia en festivals organiseert Orkater al langer een talentontwikkelingstraject. Onder de noemer Orkater/De Nieuwkomers begeleidt het gezelschap net afgestudeerde muzikanten, acteurs, regisseurs en vormgevers naar hun eerste kleine muziektheaterproductie. Het doel is volgens Van Warmerdam altijd tweeledig: “We stimuleren muziektheater door jonge talenten het genre zelf te laten ontdekken en we helpen ze op weg met onze know how en middelen.”
Opmerkelijke Nieuwkomers van de laatste jaren waren Via Berlin, Susies Haarlok en The Sadists. De laatste groep won met hun nieuwkomersvoorstelling ‘Alabama Chrome’ de BNG publieksprijs voor nieuwe theatermakers en werkte later mee aan grote publieksuccessen als ‘Richard III’ (2010) van Orkater en ‘somedaymyprincewill.com’ (2012) van Sadettin Kirmiziyüz (geselecteerd voor het Nederlands Theater Festival 2013).
,,Orkater heeft me heel genereus vette kansen geboden”, zegt componist Erik van der Horst van The Sadists. ,,Ik heb zeven jaar de vrijheid gekregen om te spelen en te pielen en daar verschrikkelijk veel van geleerd.” In het traject ontdekte Van der Horst ook hoe goed muziektheater hem lag. “Het bleek voor mij persoonlijk het meest uitdagende en spannende genre, terwijl ik mijn hele leven gedroomd had van een baan als tekstacteur bij NTGent of Toneelgroep Amsterdam.” Orkater vroeg de oud-Nieuwkomer als muzikaal leider van ‘Op de bodem’. Michiel de Regt, die eerder bij Orkater ‘237 redenen voor seks’, werd betrokken als regisseur.
Als vertrekpunt kozen de makers het toneelstuk ‘Nachtasiel’ (1902) van de Russische toneel- en romanschrijver Maksim Gorki. “Hij beschrijft een groep mensen die financieel aan de grond zijn geraakt. Ze treffen elkaar in een nachtopvang, waar ze zich op de meest elementaire manier tot elkaar verhouden, vechten om te overleven en dromen van een betere wereld”, zegt De Regt.
Aan auteur Oscar van Woensel vroeg De Regt om een vrije bewerking te maken. “Hij heeft de tekst vertaald naar deze tijd. De personages zitten nu niet financieel, maar ideologisch aan de grond. Ze verblijven samen in een all inclusive hotel. Alles kan en mag nu, maar het dromen van een beter leven is hetzelfde gebleven.”
Het hotel is volgens muzikaal leider Van der Horst een mooi symbool voor zijn generatie. “We hebben veel meer mogelijkheden en keuzevrijheid dan onze ouders, maar gek genoeg maakt dat ons niet gelukkiger. We vragen ons voortdurend af of we wel hard genoeg werken en wel de juiste keuzes maken. Het is toch ongelooflijk hoeveel twintigers en dertigers nu kampen met dwangneuroses, burn-outs en depressies.”
,,We denken steeds dat het geluk verder ligt”, vult De Regt aan. “Net als bij Oud en Nieuw hebben we steeds het gevoel dat het op een ander feestje leuker is.”
Als thema schreef Van der Horst het lied ‘All we ever wanted, was everything’. Nog voor het begin van de repetities stond dat op papier. “Ik ben al heel vroeg rond de tekst van Van Woensel gaan fiedelen. Bij The Sadists ontstaat de meeste muziek op de vloer tijdens het repetitieproces. Maar omdat we nu met zo’n grote groep startende makers zijn, wilde ik goed voorbereid zijn. De componist kreeg van regisseur De Regt bijzondere opdrachten en beelden mee. “Hij vroeg bijvoorbeeld naar muziek voor een man die niets zegt en alleen met een plant door de hotellobby heen en weer loopt. Waarschijnlijk komt die man helemaal niet in de voorstelling, maar het werkt wel inspirerend.”
Van der Horst vindt het geweldig dat hij voor het eerst iets voor de Grote Zaal mag componeren. “Het ziet er zoveel vetter uit en de akoestiek is fantastisch.” Hij is van plan verschillende muziekstijlen met elkaar te combineren en het geheel bombastisch te laten klinken. “Er staan straks veertien jonge mensen op een groot toneel, met twee drumstellen en twee gitaren. Dat wil ik zoveel mogelijk benutten. Ik hoop een wall of sound op te richten. We gaan daar samen een theatraal rockconcert geven dat beukt en ramt.”