Historicus Maarten van Rossem sprak afgelopen maandag ruim tweeëneenhalf uur over actuele onderwerpen met het thema van de Boekenweek, waanzin, als aanknooppunt. Zijn droge opmerkingen over onder meer de ‘paniekmachine’ van de politiek scoorden zonder uitzondering bij het publiek in het KAdEcafé.
Van Rossem is op zijn rode schoenen na geheel in het zwart gekleed, zoals altijd. Bij Maarten weet je wat je kunt verwachten. De voormalig lijstduwer van de PvdA is meester in het relativeren van de waan van de dag, waarbij voornamelijk de rechtse en confessionele partijen er flink van langs krijgen. Zo ook maandagavond. Respectievelijk het drugsbeleid, de angst voor jihadisten en Oekraïne komen uitgebreid aan bod. Steevast rondt hij zijn aandachtspunten af met cynische humor, met succes. Want Maarten is, of je het nu met hem eens bent of niet, ontzettend grappig.
Ziet hij zichzelf niet als cabaretier? ,,Nee, helemáál niet”, zegt Van Rossem, terwijl hij een pauze heeft van het signeren. ,,Grappig zijn is mijn doel ook niet. Ik heb het juist over hele zware onderwerpen. Mijn doel is om mensen aan het denken te zetten, en humor is daar een goed middel voor. Of ik zelf wel eens naar cabaret ga? Nee, daar heb ik geen tijd voor, ik meestal ’s avonds bezet. Mijn vrouw is vanavond naar Freek (de Jonge – red.), ik had wel meegewild, maar ja, ik moest hier al heen.”
Tegen mijn verwachting is Maarten helemaal niet bekend in Amersfoort. Hij koppelt zijn betogen met enige regelmaat aan met wat hij heeft gezien in Amersfoort, onderweg naar het Eemplein. ,,Werkelijk geen lévend wezen gezien! Iedereen is dood in Amersfoort! Jullie hebben wel een centrum toch?” En over burgemeester Bolsius – die hij eveneens niet kende-: ,,CDA, begint dat hier al?” Toch wel opmerkelijk voor de Utrechtenaar, die nota bene een tv-programma maakt voor de provinciale omroep RTV Utrecht. ,,Ik ben wel eens in een Amersfoortse nieuwbouwwijk geweest voor mijn programma. Vathorst? Dat weet ik niet meer hoor, hoe die wijk nou heette.”
Ook opmerkelijk is de diversiteit in leeftijd van zijn fans. Het publiek bestaat uit begintwintigers, senioren en alles daartussen. ,,Dit is mijn publiek wel zo ongeveer, ja. In Paradiso, Amsterdam, waren er nog veel meer jongeren. Ik vind het wel leuk, die jongelui.”
Het laatste half uur geeft Van Rossem het publiek de kans om vragen te stellen. ,,Moet de Eerste Kamer worden afgeschaft?” klinkt vanuit de zaal, waarop een betoog van minstens kwartier volgt over de gruwelijkheden van het Oude Testament. Niemand die hem onderbreekt, want wie bekend is met zijn lezingen, weet je dat hij de meest onwaarschijnlijke om- en zijwegen neemt om tot de beantwoording van een vraag te komen. ,,Heb ik zo uw vraag beantwoord?” Gemompel in de zaal. ,,Oooh, Eerste Káámer, zeg dat dan! Nou ik zal u vertellen dat…”
Al met al lijkt het erop dat de inmiddels 72-jarige historicus -en in mijn ogen toch stiekem verkapt cabaretier-, nog wel even mee kan draaien als betoger en tv-persoonlijkheid. Met zijn eigen blad (Maarten!), verschijningen in populaire tv-programma’s als De Slimste Mens en Hier zijn de Van Rossems is de man voorlopig nog te druk om te genieten van andermans cabaret.