Boogiewoogie komt naar het Mondriaanhuis! Pianist Lodewijk van der Linden laat op zaterdag 4 oktober gedurende het tweede Mondriaans Jazzcafé de muziek horen waar de kunstenaar geen genoeg van kon krijgen. Zijn laatste werken heten Victory Boogie-Woogie en Broadway Boogie-Woogie. De pianist zal uitleggen waarom.
De Amersfoortse pianist Lodewijk van der Linden (46) werd gegrepen door de jazz en door de piano toen hij als jochie van zes Fats Domino zag optreden. ,,Hij speelde Blue Berry Hill en ik werd meteen wakker geschud.’’
Hij kreeg pianoles vanaf zijn tiende jaar; toen was de stap naar de boogiewoogie snel gezet. ,,Het is hele aanstekelijke muziek. Een vlotte, opgewekte variant van de blues. Kenmerkend zijn de snelle, repeterende patronen voor de linkerhand. Het is mogelijk dat die patronen door de trein zijn beïnvloed. De grote pianist Meade ‘Lux’ Lewis schreef een stuk dat ‘Honky Tonk Train Blues’ heet. Zo zijn er meer titels die tot treinen zijn te herleiden.’’
Van der Linden is vooral gesteld op de vroege, doorleefde boogiewoogie waar Mondriaan naar luisterde. ,,Er kwamen later pianisten die alles volstouwden met tierelantijntjes. Dat vertoon van virtuositeit hoeft niet voor mij. Geef mij maar de vooroorlogse, zwarte pianisten zoals Pete Johnson, Albert Ammons en Meade ‘Lux’ Lewis. Hun muziek was doordrenkt van de blues. Ze gaven zichzelf ook ruimte om te improviseren; elke vertolking was weer anders. Het was nooit of ze een lesje opdreunden.’’
Wat gaat hij in het Mondriaanhuis vertellen? ,,Ik laat boogiewoogie horen zoals ik die liever niet speel en zoals ik die juist gráág speel. Ik leg uit hoe drie akkoorden en die hamerende linkerhand de basis vormen van deze muziek. Als die linkerhand goed doorpompt, kun je rechts eigenlijk álles spelen; desnoods ‘In een groen, groen, groen, groen knollen-knollenland’, zoals onze eigen Jaap Dekker deed.’’
Aan die linkerhand worden zware eisen gesteld; is dat geen probleem voor Van der Linden? ,,Ik krijg wel eens complimenten van collega’s. Maar ik speel altijd met een krachtige linkerhand, aangezien ik meestal als solist optreed; zonder bas en drums dus. Dan ben ik een eenmansorkest. Ik speel trouwens héél veel, want ik moet ervan leven. Ik heb na mijn examen op het conservatorium nog een tijd les gegeven, maar al snel bleek dat het spelen mij meer trekt. Ik trek als solopianist door het land. Ik kan erbij zingen en ben volkomen allround; als de mensen de Vogeltjesdans willen horen of iets van Guns N’ Roses, dan krijgen ze dat. Geen enkel probleem.’’
Het meest trekt hem echter de jazz en de blues. ,,Vrijwel overal slaat boogiewoogie aan. Mensen worden er vrolijk van en gaan er van dansen, vooral het wat oudere publiek. Het is natuurlijk ontstaan als dansmuziek en dat is het altijd gebleven.’’
Mondriaan zelf rechtvaardigde zijn voorliefde voor boogiewoogie met de theorie dat deze muziek net zo sober en uitgebeend zou zijn als zijn abstracte kunst; er zouden geen melodie en harmonie meer in voorkomen.
Van der Linden haalt zijn schouders op: ,,Weet je: Mondriaan was een genie en genieën moet je niet altijd serieus nemen. Die zeggen soms wonderlijke dingen waar je je niets van moet aantrekken. Boogiewoogie zit vol harmonie en melodie en is helemaal niet sober. Voor mij betekent het: zweten en swingen en gáán met die banaan!’’
Mondriaans Jazzcafé met Lodewijk van der Linden (piano); Mondriaanhuis, Kortegracht 11, Amersfoort, zaterdag 4 oktober, 17.00 – 18.00 uur. Zaal open vanaf 16.30 uur. Entree: tien euro. Reserveren is gewenst en kan via info@mondriaanhuis.nl. Er zijn, in de geest van Mondriaan, consumpties verkrijgbaar gedurende het concert. Het eerste drankje is van het huis. Zie www.mondriaanhuis.nl