Bakstenen

Ik meen dat Alfred Konijnenbelt, de man achter straattheaterfestival Spoffin, ooit eens naar een ontbijtdiscussie over het Amersfoortse cultuurbeleid een stapeltje bakstenen meenam. Waarmee hij aan wilde geven dat veel kunst- & cultuurgeld, meestal in de vorm van overheidssubsidies,  naar stenen gebouwen gaat. Theaters, concertzalen, musea. Alleen al het besturen en onderhouden daarvan vergt vaak vele tonnen, als niet miljoenen, in euro’s en dan is er nog geen cent uitgegeven aan de inhoud, het programma.

Bram Graafland / De Gillende Keukenprins @Spoffin OFF 2013 (© Wim Lanser).

Bram Graafland / De Gillende Keukenprins @Spoffin OFF 2013 (© Wim Lanser).

Naar verhouding, zo betoogde Konijnenbelt, zijn festivals vele malen goedkoper. Daarvoor zijn geen gebouwen nodig, de overheadkosten zijn er doorgaans laag, kortom, de festivals besteden in % van het totale budget meer geld aan het programma dan de bakstenen collega’s. Om er in één zin aan toe te voegen dat de totale subsidie aan festivals vele, vele malen lager ligt dan wat naar de vastgoed kunsttempels gaat.

Ik vind dit eigenlijk wel een hele sympathieke redenering van de Spoffin-baas. Ik kan daar nog wel een paar argumenten aan toevoegen, die ik overigens voor een deel opving tijdens het Amersfoortse Stadscafé in de Observant een paar maanden geleden over het lokale evenementenbeleid. Zoals de verschillen in aantallen bezoekers dat naar museale kunst komt kijken, een theatervoorstelling bezoekt, of van de buitenfestivals geniet. 

Ik kan er  ook niks aan doen, maar wat bij voorbeeld de Flint en Flehite samen in een jaar aan bezoekers trekken, scoorde wijlen (of toch weer niet?) Dias Latinos in drie dagen. En dan laten we Into the Woods, het Jazzfestival, Proef Amersfoort enzovoorts maar buiten beschouwing. Kijk bij voorbeeld eens wat een geweldige drukte we afgelopen Pinksterweekeinde beleefden met popmuziek, culinaire geneugten en straattheater. Vele duizenden stadsgenoten genoten van liefst drie festivals.

Uit onderzoek dat tijdens het Stadscafé werd gepresenteerd, blijkt bij voorbeeld ook dat bezoekers aan de buitenfestivals gemiddeld in de stad liefst 40 euro uitgeven. Daarmee inkomsten genererend van tussen de 8 en 10 miljoen euro per jaar. Terecht in mijn ogen dat de festivals de luttele paar ton die zij nu gezamenlijk van de gemeente krijgen niet in verhouding vinden staan met deze extra inkomsten. Zij pleiten er dan ook voor – en als ik mij niet vergis toont Amersfoorts cultuurwethouder Pim van den Berg zich daar wel ontvankelijk voor – dat ook uit het economiepotje best wat (meer) gelden naar de festivals zouden mogen stromen.

Zonder ook maar in de verste verte te willen suggereren dat theaters, musea en andere bakstenen kunsttempels per direct gesloten zouden moeten worden, kan het geen kwaad de diverse kunst- en cultuuruitingen in de stad zo nu en dan eens tegen het licht te houden en onderling te vergelijken. Evenmin kan het kwaad de geldstromen zo nu en dan eens te herzien. Ik althans vind het een raar fenomeen dat de overheid musea en theaters uit een soort automatisme vrijwel continu met grote sommen geld ondersteunt, terwijl festivals zich telkens weer opnieuw schijnen  te moeten bewijzen. Ik denk dat het evenwicht een beetje zoek is en ik vind dat festivals recht hebben op een groter deel uit de ruif.

Door Gerard Chel

Bladwijzer de permalink.

Over Bernard van Gellekom

Gmail: eempodium@gmail.com ww: Warrel$002

Reacties zijn gesloten.