Johann Sebastiaan Bach (1685 – 1750) blijkt altijd weer te kunnen rekenen op talloze belangstellenden, van zeer jong tot ouder. Amersfoort beleefde zaterdag zijn eerste Bachdag. Een experiment. En wie iets nieuws start, kent de onzekere vragen die rijzen: gaat het werken, komen er mensen? En ja, die kwamen, in groten getale.
Talloze kerken en andere plekken waren podium van concerten en optredens, lezingen en workshops. Daaronder waren grote en kleine namen, en weer bleek, Bach leeft, en hoe! Wat maakt dat Bach altijd weer zovelen in beroering brengt? Wat is de magie van Bach? Tijdens de concerten liet ik mijn gedachten erover de vrije loop. Bach heeft eeuwigheidswaarde, zijn composities zijn alomvattend, de variatie in zijn werk oneindig: werken voor koor, piano – oorspronkelijk uiteraard geschreven voor orgel of klavecimbel – cello, orkest, kamermuziek. Bach bewoog zich op alle terreinen, altijd geniaal, altijd herkenbaar als Bach. En of je nu een klein orkest hoort of een fluitkwartet, het lijkt of Bach de muziek rechtstreeks uit het hogere heeft kunnen putten.
Het was een onmogelijke opgave om alle optredens te bezoeken, al was de prikkel daartoe groot, maar de gelijktijdigheid ervan maakte het tot een onvervulbare wens. Zo zag ik als eerste het Fluitkwartet aan de Eem – prachtig ijl in deze kerk in licht-lucht-ruimtestijl uit de vijftiger jaren. Klavecinist Kees de Vreugd en klarinettiste Martine de Vreugd vertolkten een Bachprelude in de Mannenzaal, in een hedendaagse combinatie: de klarinet was nog niet uitgevonden in Bachs tijd. Cellist Joris van der Molen speelde, in grote concentratie, een van Bachs cellosuites – alle suites zijn bijna verloren gegaan, maar werden eind 19e eeuw door de cellist Pablo Cazalz bij toeval aangetroffen in een tweedehands winkeltje – wat mogen we daar blij om zijn!
In de Aegtenkapel speelde pianist Daniel van der Hoeven overtuigend de prelude en fuga in cis klein en de Franse suite no 2 in c klein. In de Joriskerk bracht het Oratoriumkoor Sonante Vocale prachtig koorwerk, waaronder het ijselijk moeilijke 8 stemmige Komm Jesu komm, waar de dirigent hen bijna moeiteloos doorheen loodste. Rien Donkersloot speelde in de tussenpozen op het prachtige orgel van de Joriskerk . Zeer indrukwekkend was Willem Brons, met in het voorprogramma de talentvolle, twaalfjarige Elisabeth van Vliet. Willem Brons, van de oudere generatie, is een doorgewinterde Bachvertolker – al speelt hij ook Schubert, Brahms en Schuman. Brons wist de hele zaal ademloos in totale concentratie te brengen met Kleine Praeluden und Fugetten en delen van Das Wohltemperierte Klavier. Zonder bladmuziek is dat alleen mogelijk als je de muziek volledig doorleefd en eigen gemaakt hebt. Ook ik zat, met de zaal, aan mijn stoel genageld: wat een ongelofelijke virtuositeit en wat een gedreven uitvoerder van het gedachtengoed van Bach. Zou hij ooit iets anders doen, denken of voelen dan Bach?
Het slotconcert in de Joriskerk door het Nieuw Bach Ensemble was een waar feest, waarin de zangers en instrumentalisten met zichtbaar vuur en plezier inhoud gaven aan Bach, onder leiding van Krijn Koetsveld en Bas Ramselaar. Bachdag Amersfoort? Graag een traditie van maken!
Meer foto´s op www.ceeswoudafotografie.nl