De bezoeker van de tentoonstelling Tell Freedom – 15 South African artists moet voor het binnenstappen van het pand even rechts omhoog kijken. Daar wappert de vlag van de Verenigde Oostindische Compagnie, het oranje, blanje, bleu met in het wit de letters VOC. Maar dan wel halfstok. Daarmee zet dit beeld de toon voor de hele tentoonstelling: jonge kunstenaars die weliswaar zelf de apartheid niet meemaakten, maar wel met wrok terugkijken op die periode en op de gevolgen er van voor de huidige tijd, die voor veel Zuid-Afrikanen, witten en zwarten, nog verre van rooskleurig is. Toch wordt er ook met enige hoop gekeken naar een betere toekomst. Ruim een kwart eeuw na de vrijlating van Mandela zijn er nog erbarmelijke achterstanden in de townships, de gebieden waar veel mensen op een kluitje wonen, meestal zwarten maar ook – apart – blanken. Slechts drie procent van de universiteitsstudenten is donker. Dit geeft aan dat er van emancipatie nog amper sprake is.
Armoede
Het is vooral een kwestie van armoede. De apartheid mag dan zijn afgesloten, de geschiedenis is dat volgens kunsthistorica Manon Braat nog niet. Mensen kijken met een mengeling van opluchting en vooral boosheid terug op de apartheidtijd. Manon Braat maakte kennis met eigentijdse, jonge kunstenaars die nog dagelijks met de gevolgen van de oude tweedeling te maken hebben. Het lijkt er op dat deze kunstenaars in de eerste plaats willen laten zien hoe groot de ellende in Zuid Afrika nog is. Sommigen van hen gaan nog verder terug in de tijd en richten hun creatieve pijlen op de Hollanders die onder leiding van Jan van Riebeeck in 1652 een VOC-verversingspost oprichtten. Speciale aandacht is er daarbij voor het VOC-schip De Amersfoort. Op de tweede reis van dit schip naar Indië werd een Portugees schip, op weg naar Brazilië, buitgemaakt.Het schip zelf was in slechte staat en de moeite van het meenemen niet waard. Aan boord waren 500 slaven, afkomstig uit Angola. De Amersfoort nam er 250 op en voer door naar Kaapstad. Bij aankomst, op 27 maart 1658, waren er nog 166 in leven. De Afrikaanse kunstenaars menen dat dit de eerste slaven in Kaapstad waren.
Khoikoi
Meerdere internetsites geven aan dat van de oorspronkelijke bevolking van de kuststreek in Zuid-Afrika, de Khoi of de Khoikoi, een groot aantal van lieverlee mee ging werken in de moestuinen van de Hollanders. Een fors deel van de Khoikoi stierf aan de gevolgen van voor hen onbekende Europese ziekten als de pokken. Voorts waren er schermutselingen tussen Khoikoi en de Hollanders, waarbij de Khoikoi steeds het onderspit delfden. Later trokken Hollanders het binnenland in en stichtten daar boerderijen, de Khoikoi werden beschouwd als tweederangs burgers gebruikt als goedkope werkkrachten. Ook voerden de Nederlanders slaven in uit hun koloniën in Indië. Later kwamen de Engelsen en nog weer later het apartheidsbewind. Voor de tientallen oorspronkelijke volkeren betekende het achterstelling, regelrechte discriminatie en onderdrukking. Geen wonder dat de huidige Afrikaanse kunstenaars, gezien al het voorgaande, zich met hun werk nog richten op wat was en nog steeds is, althans nu vooral economisch. Los van de vraag of teruggaan op de zestiende eeuw wel realistisch is, alsmede of de naam van het VOC-schip De Amersfoort en een tentoonstelling in de stad met dezelfde naam een pikante combinatie kon opleveren, hebben we als beschouwer van de kunstwerken toch vooral te maken met wat we te zien krijgen. En dat is divers.
Nogmaals De Amersfoort
Zoals al duidelijk was grijpen enkele kunstenaars terug op de stichting van de VOC-post en de aankomst van De Amersfoort, onder meer door een afbeelding van het arriverende schip, en lijsten met slavennamen, opgeborgen onder stenen.
Verderop een beeld van een jonge vrouw op haar knieën, omringd door grote waspannen. Het is een levensgrote sculptuur van de kunstenares zelf, Buhlebezwe Siwani. De hurkende vrouw verwijst naar haar eigen jeugdherinnering aan de manier waarop ze als kind werd gewassen, en tegelijkertijd naar de manier waarop ze nu zelf volwassenen zuivert als sangoma (genezer). Het werk is bedoeld om vragen op te roepen over overgangsriten in het leven van vrouwen, hun privéleven, en de tradities die hen ketenen aan een patriarchale cultuur. Het beeld zelf maakt dit niet goed duidelijk. Een beschrijving is onontbeerlijk. De emaille kommen zijn ook een verwijzing naar het kolonialisme. Ze werden gemaakt door de Nederlandse kolonisten.
Er is veel symboliek. Zo verwijst kunstenaar Kemang Wa Lehulere met houten gehandicapten krukken en autobanden naar de gruwelijke martel- en moordpartijen tussen rivaliserende groepen, waarbij mensen werden vastgeklemd in de autobanden die vervolgens werden gevuld met benzine en aangestoken. Indringend zijn de video’s van Lerato Shadi die zich zelf letterlijk monddood maakt door haar mond te vullen met wol in het ene en aarde in het andere filmpje. Menig beschouwer kon het kokhalzen dat volgde niet aanzien. Maar als performance zijn het sterke beelden. ‘Verraaier’ is de titel van een caleidoscopische beeldenwaterval, gemaakt door Francois Knoetze. In hoog tempo worden delen van films, tekeningen en foto’s opgevoerd in een onderhoudende reeks beelden die de aandacht vast houdt. Van Knoetze zijn ook de twee manshoge pakken: een vogel van voornamelijk plastic afval en een pak dat voor een groot deel bestaat uit glasscherven en gebroken flessen. Beide lijken vooral een aanklacht tegen de rotzooi waarmee de mensheid de natuur opzadelt, daarmee respectloos het eigen nest bevuilend.

Kunstenaar Kemang Wa Lehulere verwijst met houten gehandicaptekrukken en autobanden naar de gruwelijke martel- en moordpartijen.
Ook interessant is een serie foto’s van Sabelo Mlangeni, over het leven in enkele townships, waar onder een waar alleen arme blanken wonen. Ook zij zijn slachtoffer van het succesarme economische beleid van Zuid-Afrika. Een deel van de foto’s is gemaakt in – jawel – het Afrikaanse Amersfoort. Een boerendorp. Het beeld van een wel vijf meter hoge, kartonnen vuurtoren roept vraagtekens op. Wat heeft dit met armoe, onderdrukking, Afrika of wat dan ook te maken? Moet kunst niet voor zich zelf spreken? De kunstenaars erkennen dat het onduidelijk is en adviseren daarom maar de begeleidende tekst te lezen. Dus, lezer….
Overigens is het bovenstaande maar een greep uit alle werken.
De tentoonstelling van de Zuid-Afrikaanse kunstenaars past in een serie regionale exposities die in de kunsthal KadE worden gehouden. De Afrikaanse tentoonstelling is samengesteld door de curatoren Nkule Mabaso en Manon Braat. De tentoonstelling Tell Freedom duurt tot 15 mei. Er zijn diverse lezingen, films, doedingen, rondleidingen voor volwassenen en kinderen. Meer informatie via www.kunsthalkade.nl. Openingstijden: dinsdag tot en met zondag van 11.00 tot 17.00 uur. Adres: Eemplein 77 te Amersfoort.