Amersfoort en cultuur, geen vanzelfsprekende combinatie. Het duffe provinciestadje dat het ooit was heeft de afgelopen decennia een flinke inhaalslag gemaakt op het gebied van kunst en cultuur. Het woord vooruitstrevend kon zelfs op de stad worden geplakt met een wijk als Kattenbroek en initiatieven als de Wagenwerkplaats, een eigen kunsthal en de Nieuwe stad in het Oliemolenkwartier. Maar inmiddels heeft de stad na een aantal impopulaire maatregelen eigen kunstenaars van zich vervreemd. Publicist Onno Weggemans maakte een persoonlijke cultural guide van Amersfoort.
Schuldig landschap
In zijn jeugd tijdens de tweede wereldoorlog speelde de kunstenaar Armando in het bos bij Kamp Amersfoort. Hij ontleende er later zijn theorie van het ‘schuldig landschap’ aan. In het kamp zaten tienduizenden voornamelijk politieke gevangenen korte of langere tijd opgesloten. Velen van hen werden door de SS vermoord.
Armando verklaarde de bomen rondom het kamp ‘schuldig’, niet omdat ze de gruwelijkheden lieten gebeuren, maar omdat ze weigerden te getuigen. Het bos groeide gewoon door alsof er niets was voorgevallen en droeg op dit manier ook bij aan het uitwissen van de sporen.
Het werk van Armando is in hoge mate bepaald door de Tweede Wereldoorlog. Vooral zijn woeste manshoge zwart-wit schilderijen met ladders, vlaggen en bomen maken het kwaad en de verloren onschuld van het landschap onvergetelijk zichtbaar.
Verwoestende brand
Toen ik ruim twaalf jaar geleden in Amersfoort kwam wonen, bezocht ik bijna wekelijks het museum dat aan zijn werk werk was gewijd. Waarom zijn schilderijen zo’n grote indruk op me maakten? Ik heb het me vaak afgevraagd, terwijl ik op een bankje in het museum zat. Een sluitend antwoord heb ik niet gevonden. Waarom wordt een mens door kunst geraakt? Stokt bij het ene schilderij de adem en laat het andere je volkomen koud?
De laatste keer dat ik het Armando-museum bezocht, was op 21 oktober 2007. Een dag later verwoestte een vuurzee de Elleboogkerk waarin het museum was gevestigd. Een groot gedeelte van de museumcollectie ging verloren. De schilderijen die voor het vuur werden gered, waren niet meer welkom in de stad. Er werd om redenen die ik nog steeds niet begrijp geen nieuwe plek voor ze gevonden. Tegenwoordig hangen ze ontheemd in het Museum Oud Amelisweerd, vlakbij Utrecht. (Vanwege onenigheid tussen Armando en het museum is het op dit moment zeer de vraag of zijn schilderijen in het MOA blijven hangen – red.)
Culturele worsteling
Het is geen toeval dat ik begin met de schilderijen van Armando. Ten eerste hoop ik dat ze terug komen naar de stad waar ze ’thuishoren’, als locatie gaat mijn persoonlijke voorkeur uit naar het monument dat Kamp Amersfoort tegenwoordig is.
Maar hun ontheemde status maakt nog iets anders duidelijk. Amersfoort en cultuur vormen een verrekt lastige en regelmatig onbegrijpelijke combinatie. De stad worstelt met de culturele identiteit.
Om die worsteling te begrijpen is het nodig even terug te kijken. Amersfoort was lang een duf provincieplaatsje. Toen werd het groeistad en werd de ene na de andere wijk uit de grond gestampt. Dit bracht een nieuwe dynamiek met zich mee, met ook tal van nieuwe culturele initiatieven.
De periode van ongebreidelde uitbreiding is inmiddels voorbij. Er staan geen nieuwe stadswijken meer op het programma. Na alle dynamiek zijn de grenzen bereikt en de stilstand werkt door op de psyche van de stad. Hoe nu verder?
Wereldmuziek en mix van stijlen
Met de groei kwamen de festivals. Amersfoort: festivalstad. Ik mijd ze doorgaans vanwege de drukte, maar jaarlijks ontlenen vele tienduizenden bezoekers er een boel plezier aan.
Het festivalseizoen start in juni met het vierdaagse Amersfoort Jazz. Het programma kenmerkt zich door veel aandacht voor wereldmuziek en een mix van stijlen. In 2017 staan Spanje en flamenco centraal. Artist in residence is de Amerikaanse tenorsaxofonist Houston Person. De inmiddels 83-jarige jazz-veteraan speelde ooit voornamelijk hardbop en swing, maar is bekend geworden met souljazz. Hij nam meer dan 150 albums op en versmelt tegenwoordig hardbop, pop, disco, blues, gospel en R&B. Dat levert een unieke sound op, aldus de kenners.
Acrobaten en vuurspuwers
Een kleine twee maanden later vormt Spoffin het Europese middelpunt van de streetarts. Acrobaten, vuurspuwers, mimespelers, acteurs en dansers tonen door de hele binnenstad hun kunsten. Over het niveau durf ik als leek geen mening te geven, maar volgens de organisatoren zijn de performances het neusje van de streetartszalm.
Eerlijk is eerlijk, ik heb persoonlijk niet zo veel meet streetarts, maar ik ken genoeg mensen die er dol op zijn en er prachtige, spectaculaire en ontroerende voorstellingen hebben gezien.
Spaanse liederen
Denk nou niet dat ik een azijnpisser ben. Er zijn wel degelijk festivals die mijn hart sneller laten kloppen. De Havikconcerten bijvoorbeeld. Een soort mini Prinsengracht concert, maar dan verspreid over drie dagen, vanaf een van de mooiste grachten van Amersfoort.
Of Amerfortissimo (nieuwe naam: September Me – red.), puur en onversneden klassieke kamermuziek, gespeeld door Nederlandse topmusici. Een initiatief van violiste Lonneke van Straalen, dit jaar voor de zevende keer gehouden en voor het eerst onder de artistieke leiding van het Ragazze Quartet. Ik hoorde er Henk Neven prachtige Spaanse liederen zingen.
Een festivalopsomming die verre van volledig is en vooral mijn voorkeur voor klassieke muziek duidelijk maakt. Into the Woods bijvoorbeeld zou niet mogen ontbreken. Alleen weet ik nog steeds niet wat dat festival nou precies inhoudt. Het wordt begin september gehouden in het bos bij de dierentuin, het is steevast binnen een paar uur uitverkocht, het regent er altijd, er zijn tenten en kampvuren en kabouters, er wordt voornamelijk house gedraaid en er heerst een hele vriendelijke en lieve sfeer. Zoiets. Ik heb ooit een bezoek overwogen, maar een wijs mens kent zijn eigen habitat.
Zelfdestructief
Dan toch weer die vreemde tegenstelling. De worsteling met de culturele identiteit. Of zou je in dit geval kunnen spreken van een zelfdestructieve karaktereigenschap?
Want juist het meest succesvolle festival moest er in 2013 mee stoppen. Ik heb het over Dias Latinos: het zomercarnaval met Latijns-Amerikaanse dans en muziek dat Amersfoort een weekend lang Zuid-Amerikaans temperament gaf. Tropische sferen aan de Eem.
Totdat de organisatie er een (financieel) potje van maakte, de gemeente de subsidiekraan dichtdraaide en sponsors afhaakten. Eeuwig zonde. Maar er is hoop. Een eerste herstart mislukte, maar komende zomer wordt een nieuwe poging ondernomen, met Jörgen Raymann als festivaldirecteur. Zijn binnenkomer mocht er in ieder geval wezen: “salsa, merengue en bachata, al die latin stijlen vallen bij mij in de categorie ‘happy music’. Ik word er echt vrolijk van.”
Onverwachte schoonheid
Terwijl ik dit schrijf, ontwaken de zomerfestivals uit hun winterslaap. Mussen kwinkeleren in de tuin; een merel voedt z’n jongen. Mooi weer voor een culturele stadswandeling, die begint bij het keurige theater Flint. Een theater zoals elke stad dat wel kent, met een voorspelbare programmering van veel cabaret, een enkele musical, slecht bezochte toneelstukken, familievoorstellingen en opera’s uitgevoerd door Oost-Europese gezelschappen. Niks mis mee, ook niks om opgewonden van te raken.
Hoewel, ik zag er onlangs Dr. Miracle’s Last Illusion van Opera2day. Een mix van magie, horror en prachtig gezongen aria’s van onder meer Bellini, Offenbach, Verdi en Wagner. Vooral het einde (de laatste illusie van Dr. Miracle begeleid door de Liebestod uit Tristan und Isolde) bleef nog dagen lang in m’n hoofd aanwezig. Ook in een degelijk theater is de schoonheid aanwezig.
Een kijkje in het hoofd van Mondriaan
Cultuur dient gebaande paden te mijden. Mijn stadswandeling volgt een onvoorspelbare route. Onverwachts sta ik voor het geboortehuis van Piet Mondriaan, die van 1872 tot 1880 in Amersfoort leefde. Het museum in de woning is gewijd aan leven en werk van de medeoprichter van De Stijl. Na een verbouwing is het precies op tijd weer open voor het themajaar ‘Mondriaan tot Dutch Design’.
Omdat de belangrijke schilderijen ontbreken (er hangt een kleine verzameling vroege werken), heeft het Mondriaanhuis iets weg van een taart zonder slagroom. Maar dankzij de twee zalen met nieuwe audiovisuele presentaties is die taart toch een stukje lekkerder gaan smaken.
Dertien beeldschermen tonen in vijf minuten de ontwikkeling van zijn werk. Van realistische landschappen via luministische taferelen tot abstracte constructies met de karakteristieke lijnen en vlakken, in de primaire kleuren rood, geel en blauw, aangevuld met wit. Dit alles onder begeleiding van bijpassende muziek (klassiek, jazz). En in een ruimte met een transparante witte kubus geven soundbites, historische fragmenten en kleurflitsen een kijkje in het hoofd van de kunstenaar, die in New York aan zijn Victory Boogie Woogie werkt.
Het Mondriaanhuis wil graag verder verbouwen en vernieuwen. Daarvoor is 1,2 miljoen euro nodig. Geld dat er nog niet is. De hoop is gevestigd op gemeente, provincie, cultuurfondsen en sponsoren.
Op het nippertje gered|
Over financiële onzekerheid gesproken: begin 2016 sloeg heel cultuur minnend Amersfoort de schrik om het hart, toen bleek dat filmhuis en theater De Lieve Vrouw op het punt stond failliet te gaan.
De Lieve Vrouw vormt het sociale middelpunt van het culturele leven in de Keistad. Klein. Sympathieke uitstraling. Een toefje kneuterigheid. Als je in de benedenzaal naar een film kijkt, kun je boven je hoofd het gestommel horen van de andere gasten.
Achterstallig onderhoud en mismanagement zorgden voor een schuld van vele tonnen, ondanks de 650.000 euro die het filmhuis/theater jaarlijks aan subsidie ontvangt. Uiteindelijk besloot de gemeente tot een extra subsidie. Er kwam ook een nieuwe directeur, Friederike Weisner, afkomstig van het Utrechtse filmtheater ’t Hoogt. Inmiddels lijken de ergste problemen achter de rug en werd vorig jaar zelfs voor het eerst de grens van 100.000 bezoekers gepasseerd.
Protestmars
Op het terras van De Lieve Vrouw schiet me een onderwerp te binnen dat absoluut aandacht verdient: de positie van beeldend kunstenaars in de stad. Er is een boel ophef over geweest.
Al jaren vraagt de gemeente beeldend kunstenaars mee te praten over het kunstbeleid. Volgens nogal wat kunstenaars zonder dat er echt naar hen wordt geluisterd. Afgezien hiervan zijn er nauwelijks plekken voor (beginnende) lokale kunstenaars om te exposeren.
De sluimerende onvrede hierover kwam eind vorig jaar tot een uitbarsting. Aanleiding was het besluit van de gemeenteraad om ondanks felle protesten en een heuse protestmars het onderkomen van De WAR (een broedplaats voor cultuur en techniek) te verkopen aan een projectontwikkelaar.
De desillusie was zo groot dat een groep van ongeveer twintig beeldend kunstenaars ‘wegvluchtte’ uit de stad’. Niet fysiek, maar met hun werk. Ze besloten hun woonplaats te mijden en gezamenlijk te gaan exposeren op andere plekken in Nederland. Ook nemen ze geen deel aan het overleg over een nieuwe cultuurvisie.
Andere betrokkenen bleven juist wel het contact met de gemeente zoeken. Met een van hen (Henk Logman, hij begeleidt onder meer jonge kunstenaars en organiseert kleinschalige exposities) sprak ik over het belang van kunstenaars voor een stad.
Goede en vernieuwende initiatieven
“De overheid zou heel goed gebruik kunnen maken van de knowhow en expertise van kunstenaars en designers,” aldus Logman. “Ze vaker in moeten zetten voor complexe vraagstukken die er zijn in een stad. Geef kunstenaars de opdracht om mee te denken over nieuwe plannen en laat hen die visualiseren.”
“Kunstenaars hebben daarvoor wel betaalbare speelruimte nodig en liefst ook nog op een plek waar ze dat met elkaar kunnen en waar regelgeving wat minder aan de orde is. Haal je dat weg, zoals in Amersfoort bij De WAR is gebeurd, dan is de noodzaak om te blijven niet meer aanwezig, trekken kunstenaars weg en haal je dus ook de broodnodige energie van vernieuwing weg uit een stad die graag in ontwikkeling wil blijven.”
Mijn conclusie: een stad die na een periode van groei gevolgd door stilstand worstelt met z’n culturele identiteit, zou kunstenaars juist moeten omarmen, in plaats van ze te verstoten.
Vanaf het terras van de De Lieve Vrouw is het ongeveer tien minuten lopen naar het onvermijdelijke eindpunt van deze culturele stadswandeling. Onderweg ben ik vlakbij de Aegtenkapel en de Mannenzaal. Beide monumenten hebben een fenomenale akoestiek en bieden regelmatig onderdak aan prachtige, kleinschalige, voornamelijk klassieke concerten.
Muf brood
Museum Flehite laat ik vandaag links liggen. Gevestigd in drie historische panden toont het de geschiedenis van de stad en brengt het tentoonstellingen met (inter)nationale kunst uit de periode 1850 tot 1950.
Ik heb een haat-liefde verhouding met Flehite. Soms doet het me denken aan muf brood, bijvoorbeeld als ik op de bovenste verdieping de Eysink motorfietsen zie staan, die ooit in Amersfoort werden gemaakt.
Maar het museum heeft ook juweeltjes in de collectie, zoals een werk van Charley Toorop. Het schilderij toont Jacob Nieweg en zijn echtgenote Neine. Er hoort een mooi verhaal bij.
Flehite is het ‘thuismuseum’ van enkele gepassioneerde Nederlandse verzamelaars. Zo schonk het echtpaar Van Schaik hun collectie (met werken van onder meer Charlotte van Pallandt, Jan Sluijters en Dirk Breed) aan het museum. Bovendien mocht het publiek kennis maken met de verzameling van het echtpaar Kamerbeek.
Vlak voor de start van laatstgenoemde tentoonstelling ontdekte conservator Onno Maurer op een veiling een portret van een schilderende Charley Toorop. Gemaakt door Jakob Nieweg. Terwijl ze het portret van hem en zijn vrouw aan het schilderen was. Dankzij de familie Kamerbeek kon het schilderij worden aangekocht. Beide schilderijen zijn nu regelmatig naast elkaar te zien.
Museum Flehite combineert grote kunst en hooguit middelmaat. Spiegel van een grote stad geworteld als provincieplaats.
Blikvanger
Aan ambities ontbreekt het Amersfoort in ieder geval niet. Het in 2014 geopende Eemhuis vormt daarvoor het beste bewijs. Het moest een gebouw worden met grootstedelijke allure en dat is zeker gelukt. Ik vind het een prachtige blikvanger, met de aluminiumbollen op de voorgevel die in het interieur terug komen.
Onder meer de hele mooie bibliotheek (met terrassen en helemaal bovenin een koffiebar) en kunsthal KAdE zijn erin gevestigd. De kunsthal organiseert tentoonstellingen op het gebied van (moderne) kunst, vormgeving & design, architectuur en moderne beeldcultuur. Van begin mei is er de tentoonstelling ‘de kleuren van de Stijl’ te zien.
Wanbeleid
Bij alle pracht en praal zou je bijna alle (financiële) ellende vergeten die kleeft aan de bouw van het Eemhuis. Miro Lucassen schreef er het onthutsende relaas ‘Twee keer valse start’ over .
Heel kort samengevat: een kostenoverschrijding van vijf miljoen, een wethouder en gemeentesecretaris die moesten opstappen en twee kunsthallen, omdat met de oude locatie (pand van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) van KAdE een geldverslindende huurovereenkomst van dertig jaar was afgesloten.
En alle ellende is nog niet voorbij. Oorspronkelijk zou poppodium De Kelder ook naar het Eemhuis verhuizen, maar met het oog op financiële risico’s ging dat niet door. KAdE nam de plek van De Kelder over.
Het poppodium kreeg een nieuwe locatie. Weliswaar vlakbij De Nieuwe Stad (de voormalige Prodent tandpasta fabriek, tegenwoordig een levendige locatie met veel creatieve bedrijfjes), maar aan een doods plein en met een veel te hoge huur. De naam werd veranderd in Fluor.
Kroniek van een aangekondigde mislukking. Door de hoge huur, tegenvallende inkomsten en een beroerde bedrijfsvoering verkeert het poppodium momenteel in zeer zwaar weer en het is de vraag hoe lang de gemeente nog met extra geld over de brug komt.
Worsteling
Van de ontheemde schilderijen van Armando, de tweede fase van de verbouwing van het Mondriaanhuis, de positie van de beeldend kunstenaars, de financiële ellende rond het Eemhuis tot de dreigende ondergang van Fluor: voorlopig gaat de worsteling van Amersfoort met cultuur nog wel even door.
Maar het is voorjaar en dus overwint de zon. Niet vergeten dat er ook een boel te genieten valt. Zoals het nieuwe kleinkunst festival Mallejan dat op Tweede Paasdag voor het eerst plaatsvond. Een ander voorbeeld: de prachtige producties van Holland Opera, die ook landelijk zeer veel waardering oogsten.