Soms, maar wel steeds vaker, schaam ik mij een beetje voor Amersfoort. Dan denk ik bij binnenkomst van De Flint al: het wordt wèèr niet druk vanavond. Natuurlijk, het ligt aan mijn eigen programmering dat ik veel vaker in een zaal met lege stoelen zit, dan dat het is uitverkocht. Ik begrijp dat een concert van het Willem Breuker Collectief – terzijde: dat merkwaardigerwijs niet in De Lieve Vrouw was geprogrammeerd, maar in De Flint – geen volle zaal trekt. Dat bleek ook wel, want met zo’n 100 door de wol geverfde supporters van deze free jazzachtige muziekstijl, hadden we het wel gehad. Alsof familie, vrienden en medewerkers toch niks te doen hadden en gezellig even langs kwamen.
Een van de meest gênante momenten beleefde ik vorig seizoen met de voorstelling van de al enkele malen geheel of bijna onderscheiden cabaretière Nathalie Baartman met haar programma ‘Prei met mij’. In plaats van naar de Stadshal zelf, werden we naar het podium daarvan gedirigeerd. Eerst meende ik nog dat het bij de voorstelling hoorde, maar toen ik niet meer dan 20 of 30 stoelen zag staan, met de rug naar de muur tegenover het decor met de zaalgordijnen op de achtergrond, bekroop mij langzaam het gevoel dat ik in een omgekeerd huiskamertheatertje verzeild was geraakt. Arme Nathalie, die er nota bene helemaal voor uit het Twentse Borne had moeten komen – althans daar is ze geboren. Nu moet ik helaas wel bekennen dat ik er ook niet zo gek veel aan vond, maar je show spelen met krap twee dozijn toeschouwers bijna op je lip op hetzelfde podium, werkt vermoedelijk niet echt inspirerend.
Maar goed, de recente première (!) van de Turks-Nederlandse cabaretière Nilgun Yerli met ‘Onbeperkt Genieten’ was ook bij lange na niet uitverkocht. Het 2e balkon bleef dicht, het eerste zat niet vol en in de zaal zelf ook diverse enge lege plekken. Een dag later, bij ‘Schlemiel’ van Brabanter Max van den Burg, telde ik in de snelheid toch ook niet veel meer dan misschien 250 m/v in de Stadshal.
Soms, maar wel steeds vaker, denk ik weleens waarom Amersfoort eigenlijk zo’n groot theater als De Flint heeft neergezet. Met een theaterzaal (770 beschikbare zetels), een stadszaal (350 zitplaatsen) en een St. Aegtenkapel (200 stoelen) ruimte voor een dikke 1300 liefhebbers uit Amersfoort èn de regio om – desgewenst elke dag – van cultuur te genieten. Van cabaret, toneel, muziek, circus, dans, musical, operette, variété, enzovoorts. De Flint programmeerde vorig seizoen 144 voorstellingen in de theaterzaal, 31 in de stadshal en 15 in de St. Aegtenkapel, die opgeteld ruim 124.000 bezoekers hadden kunnen opleveren. Het waren er evenwel 79.622, oftewel een bezettingsgraad van 64%. Is Amersfoort soms een maatje te klein voor De Flint?
Terzijde: onder de 150.000 Amersfoorters zijn, afgaand op leeftijd en culturele achtergrond, 100.000 potentiële theatergangers. Wanneer die allemaal slechts 1,2 keer per seizoen De Flint binnenstappen, haalt het theater al de 100%. Komen dus, zou ik zeggen.
Wat ik in ieder geval volgend seizoen niet meer doe, is kaartjes een half jaar in het vooruit boeken. Een week of twee van tevoren is ruim voldoende. Wellicht dat ik soms, maar ik weet zeker steeds minder vaak, in mijn eigen Amersfoort achter het net vis, maar dan reis ik wel af naar de Stadsschouwburg in Utrecht, Figi in Zeist, het Schaffelaartheater in Barneveld, de Speeldoos in Baarn of ’t Spant in Bussum. Want, het zal u niet verbazen, ook daar is meestal last minute plek zat.
Gerard Chel