Willaertstraat 49
3766 CP Soest
De Soester journaliste Jolanda aan de Stegge zal Stephan Enter bevragen over zijn nieuwste boek. Ongetwijfeld komt ook zijn eerdere werk aan de orde.
Stephan Enter (1973) studeerde aan de Rijksuniversiteit Utrecht zowel Nederlandse taal- en letterkunde als Keltische letterkunde en cultuur. Hij debuteerde in 1999 met de verhalenbundel Winterhanden, maar had voordien al twee romans en vijfentwintig verhalen geschreven die hij niet goed genoeg vond voor publicatie. Zijn werk oogst steevast lovende kritieken. Met de roman Grip (2011) brak Enter ook door bij het grote publiek. Grip werd bekroond met diverse prijzen (Prijs van de Lezersjury bij de Gouden Boekenuil in 2012, F. Bordewijkprijs 2012 en de C.C.S. Croneprijs 2012. In 2012 werd het boek ook genomineerd voor de AKO Literatuurprijs.
Ook andere werken van Enter belandden op short- en longlists voor de AKO en Libris Literatuurprijzen.
De pers over Pastorale
Enters nieuwste boek is Pastorale (2019). Pastorale combineert het volgens de Volkskrant ultieme Nederlandse romanthema: afvallen van het gereformeerde geloof, met een tweede groot, Nederlands thema: hoe gaan wij om met de voormalige koloniën. Dat levert een verhaal op over een gereformeerd dorp, met een Molukse wijk in de jaren ’80. De zoveelste roman over het benauwde leven in de gereformeerde provincie? Gelukkig niet, is de conclusie van de Volksrant: “Beheerst en geraffineerd schetst Stephan Enger een wereld die op knappen staat”.
“IJzersterk!” zeg Het Parool en benoemt de “indrukwekkende stijl”, die prikkelt meer dan de “zorgvuldig opgebouwde verhaallijnen.”
“De plot zit zo goed in elkaar dat niets ooit gaat vervelen, meer dan eens komt Enter met originele en scherpzinnige metaforen op de proppen, de melodie van de zinnen doet de vertelling knispervers aanvoelen. Tegelijkertijd speelt Enter ook een heerlijk spel met de lezer”, vindt NRC
Trouw geeft aan: “Onweerstaanbaar raak en geestig. Maar ik zou Enter, bij al zijn soms virtuoze beschrijvingen, toch vooral een meester van de tere momenten willen noemen.” Terwijl het Reformatorisch Dagblad spreekt over “Giftig en blasfemisch”
Foto: Anneleen Louwes